Eén van de opvallende verschillen tussen klassieke en veel moderne kunst is dat moderne kunst een commentaar, een verhaal nodig heeft. Klassieke kunst daarentegen spreekt voor zichzelf; het vertelt de oplettende kijker zijn eigen verhaal. Dat wil natuurlijk niet zeggen dat dat verhaal voor iedereen hetzelfde betekent! Maar, zoals de kunsthistoricus Ernst Gombrich placht te zeggen: “Je kunt iets niet om de verkeerde reden mooi vinden”. Om een groot esthetisch genoegen te beleven aan een zeventiende-eeuws stilleven heeft men geen iconografie nodig.  In voornoemde zin is het beeldhouwwerk van Evert van Kooten Niekerk klassiek. En eigenlijk is het dan ook niet nodig een toelichting op dit werk te schrijven. Het zou al voldoende moeten zijn als ik zou zeggen kijkt u vooral goed.

Vrouwen; als u  het werk van Evert van Kooten Niekerk een beetje kent dan is er één allesoverheersend thema: vrouwen. Toen ik Evert in een ver verleden leerde kennen (het was in mijn studenten- en zijn academietijd ) en ik voor het eerst met hem naar de kroeg ging viel mij op dat alle vrouwen in de kroeg hem groeten en hem bij naam kenden en dat hij hen bij naam kende. En dat was niet in één Utrechtse kroeg zo. Dat was in meer etablissementen het geval. Het kan ook dan geen toeval zijn dat ik Evert leerde kennen via mijn vriendin die om bij te verdienen model stond op de academie. En dat Evert dochters heeft is volgens mij meer dan een kosmisch toeval. De vrouwen in Everts werk zijn in talloze standen getekend, geschilderd, geboetseerd of in brons gegoten. Sommige van die standen lijken verdacht veel op die waarin in de Playboy Playmates worden afgebeeld.

Ik wil hier wat verder op de vergelijking met Playboy ingaan. Ondanks essentiële verschillen tussen Everts beelden en de Centerfolds, zijn er ook opvallende overeenkomsten. (Ik moet u overigens waarschuwen dat mijn kennis van de afbeeldingen in de Playboy van zo’n dertig jaar terug stammen.) Zoals u allemaal weet bestaan Playmates niet. Geen vrouw ziet er zo in werkelijkheid uit. Welgekozen kleding en make up, perfecte belichting, retouchering en photoshopping maken van gewone vrouwen ideale gestalten. De relatie tussen een Centerfold en werkelijke vrouw is te vergelijken met de relatie die er volgens Plato tussen de Ideeënwereld en onze Ervaringswereld bestaat. Onze Ervaringswereld is een zwakke, imperfecte afbeelding van de perfecte ideeën. Op dezelfde wijze is een werkelijke vrouw slechts een vage schaduw van een Playmate.  Plato meende dat men met behulp van de ideeën, de archetypen waarnaar onze wereld gemodelleerd, is deze wereld beter kon waarnemen en begrijpen.  De moderne psychologie geeft hem gelijk. Slechts met behulp van stereotyperingen (en wat zijn stereotyperingen anders dan ideaalmodellen) is onze wereld waar te nemen en te begrijpen. Ook de playboy levert de jeugdige adolescent een instrumentarium om grotere rijkdom in de wereld te ontdekken dan hij voor mogelijk had gehouden. Immers het aanvankelijke schoonheidsideaal van de adolescent is over het algemeen beperkt. En nu worden hem talloze verschillende types ideaalmodellen aangeleverd.Opeens kan hij overal in de wereld vrouwen ontwaren die lijken op deze ideaalmodellen, natuurlijk niet zo mooi als het ideaalmodel, maar een imperfecte afschaduwing daarvan. Overal kan je door deze ideaalmodellen heen potentiële schoonheid in de werkelijkheid zien.

Even als de fotografen van de Playboy zag Evert potentiële schoonheid waar wij gewone stervelingen die niet konden ontwaren. Hij verrijkte met zijn beelden niet alleen de werkelijkheid, maar met het beeld van zijn beelden in uw achterhoofd krijgt de werkelijkheid ook een rijker aanzien. Volgens de literatuurcriticus Harald Bloom ging Shakespeare nog verder. Die heeft in sommige toneelstukken ideaalbeelden van vrouwenkarakters neergezet, die in werkelijkheid nog niet bestonden en die zich pas later op grond van zijn toneelstukken in de werkelijkheid gerealiseerd hebben. (U kent de voorbeelden wel Beatrice uit ‘Much Ado about Nothing’ en Rosalind uit ‘As You Like It’.) Dat is waarschijnlijk de beeldhouwkunst niet gegeven

Toch zijn de beelden van Evert van Kooten Niekerk – en hier komen we op de verschillen – niet echt te vergelijken met Playmates. Zij belichamen niet per se het Idee van vrouwelijke schoonheid, maar zij belichamen vaak andere ideeën van schoonheid die slechts in een vrouwenbeeld uitgedrukt worden. Het is niet altijd even gemakkelijk onder woorden te brengen welk idee ze belichamen. Zij,  die les van hem gehad hebben, weten dat de kunstenaar soms door een enkel gebaar of een beweging duidelijk maakt wat hij bedoelt of hij laat een stuk muziek horen dat dicht bij zijn bedoelingen staat. Zoals een regisseur soms slechts door het zelf voor te doen een acteur duidelijk kan maken wat hij wil. Maar wat de beeldhouwer uiteindelijk bedoelt vertelt het beeld. Soms is het duidelijk. Ik herinner mij een beeld waar een vrouw zich uitkleedt. In dat beeld is het de schoonheid van het gebaar van het uitkleden. Zoals in de schilderkunst de Schreeuw niet gaat over een schreeuwend iemand maar over de Schreeuw. Sommigen die zich zijn Japanse vrouwen met staarten herinneren, weten hoe die staarten het dominerende thema werden. Maar meestal was wat in zijn werk uitgedrukt werd abstracter. Je moest het zien. Elk verbaal commentaar zou daar afbreuk aan doen.  Heel soms herken ik in de niet sculpturale werkelijkheid zo’n abstract van Kooten Niekerk trekje. Ik heb dan door één van zijn beelden heen een stukje van de werkelijkheid anders gezien.

Maar er is een maar: de recente beelden, zijn anders. Ik heb mij steeds afgevraagd waar dat andere in zit en ik wil u waarschuwen dat wat ik nu ga zeggen tamelijk vaag lijkt. Omdat ik met een Platoonse metafoor ben begonnen ga ik maar verder op die weg.

Was het werk van Evert tot een aantal jaren geleden Platoons – zijn beelden realiseerden ideeën of stonden voor ideeën of het waren ideaaltypen waar de werkelijkheid een afschaduwing van is – het huidige werk is in zekere zin Aristoteliaans. Zoals Aristoteles de belangrijkste leerling van Plato was, is de nieuwe Evert de belangrijkste leerling van de oude Evert. Bij Aristoteles zijn in tegenstelling tot Plato de ideeën en hun realisering niet twee verschillende zaken. Men treft het Idee in de materie aan. Een object zou niet kunnen bestaan zonder idee en omgekeerd. De nieuwe beelden van Evert zijn vooral materie. Het lijkt of hij in de klei zijn ideeën of de vorm ontdekt heeft. Hij is van schepper ontdekker geworden. Als u een megalomane vergelijking wil met een vakbroeder, vergelijk het dan met het verschil tussen de David van Michelangelo en de Slavenbeelden van Michelangelo. Ook die werd van schepper, ontdekker. En wat ontdekt Evert dan? U raadt het: Vrouwen! Sterke vrouwen zo noemt hij ze zelf. Ik wil u uitnodigen om samen met hem die ontdekking mee te maken.